In het algemeen wordt er maar één jonge panda geboren.
Dat gebeurt tegen het begin van de herfst, meestal in september.
De draagtijd(zwangerschap) duurt tussen de vier en ruim vijf maanden.
Als die tijd ongeveer verstreken is, zoekt het pandavrouwtje een oude, holle boom op.
Daarin brengt ze haar jong ter wereld.
Bij zijn geboorte is een panda maar 15 tot 17 centimeter lang.
Hij weegt maar 90 tot 120 gram.
Je houdt hem gemakkelijk op een hand.
Vergeleken met een volwassenen panda is een pas geboren jong dus heel erg klein.
Zijn moeder is ongeveer duizend keer zo zwaar als hij.
Een jonge panda groeit heel snel.
Na één jaar is hij al gegroeid van ongeveer 100 gram tot ruim 25 kilo.
Bij zijn geboorte heeft een panda nog niet de bekende zwart wit tekening.
Hij heeft een dunne, witte beharing, die na enkele weken in de echte pandakleuren verandert.
Een pasgeboren panda is blind en kan nog niet lopen of kruipen.
Echt goed zien en rondkruipen kan hij pas als hij drie maanden is.
Wanneer het jong ruim een half jaar oud is, gaat het voor zichzelf zorgen.
Het heeft zijn moeder dan niet meer nodig.
Op vijf tot zesjarige leeftijd zijn panda's volwassen.
Dat wil zeggen dat ze zich dan kunnen voortplanten.
Vrouwtjesdieren kunnen dan zelf jongen krijgen.